Kinderen tussen de 4 en 6 jaar maken nog niet altijd duidelijk onderscheid tussen werkelijkheid en verhaal of spel.

Zij hebben een sterke verbeeldingskracht en gaan tijdens het spelen gaan ze zo op in hun spel dat ze bijna geloven 

dat wat ze spelen echt is. Kleuters zijn heel goed in het nadoen (imiteren) en in het koppelen (associeren). 

Bij dramalessen voor deze kinderen is overzichtelijkheid van de opdracht belangrijk. Leg niet te lang uit voordat

je wilt dat ze wat gaan doen. Daarbij komt er per les maar één thema aan bod. Kleuters zijn dol op de volgende 

onderwerpen: Sprookjes, reizen, hobby's, feestdagen, waar je woont etc. 

Denk eraan dat je aan het einde van de dramales met kleuters altijd afsluit met het teruggaan naar het hier en nu.

Je kunt die omschakeling van de rol naar zichzelf helpen door deze langzaam af te bouwen. Een voorbeeld hiervan

is bijvoorbeeld ' We zetten de kabouterhoed af, doen de kabouterjas uit en de schoenen uit en zijn nu weer onszelf'.